Bij het Equine Metabool Syndroom (EMS) is er sprake van een verstoorde insulinehuishouding (insuline resistentie of correcter: insulinedysregulatie). Verder wordt EMS over het algemeen gekarakteriseerd door een abnormaal verdeelde vetopslag en een verhoogd risico op hoefbevangenheid.
EMS wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren (voeding en management). Vroegtijdig signaleren van EMS en diagnosticeren van insulinedysregulatie is voor paarden van groot belang om complicaties te voorkomen.
Let op:
- Ook bij slanke paarden kan soms insulinedysregulatie voorkomen. Het is dan ook raadzaam paarden die zonder aanwijsbare reden hoefbevangen worden hierop te testen.
- Bij ongeveer 30% van de paarden met PPID is óók sprake van insulinedysregulatie, het is dan ook verstandig ze hierop aanvullend te testen.
OST-pakket
De OST (oral sugar test) is een gevoelige test voor het aantonen van insulinedysregulatie. Het is een ‘dynamische test’ waarbij de insulinerespons op een orale dosis koolhydraten (in dit geval KARO light syrup) wordt gemeten. Dit bootst een natuurlijk voorkomend verloop van de insulinerespons na zoals die optreedt na het eten van (veel) krachtvoer of voedzaam gras. De glucosebepaling in het OST-pakket dient ter controle of het paard de siroop daadwerkelijk binnen gekregen en opgenomen heeft.
Er zijn meerdere manieren waarop een OST kan worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is het volgende protocol op basis van de recommendations van de EEG 2022 (zie onderaan deze pagina) en het onderzoek van GD:
- Het paard mag gedurende circa 6 - 8 uur voor het uitvoeren van de test géén krachtvoer of gras krijgen
Ongeveer 2 uur voor de test moet ook het ruwvoer (hooi/kuil) uit de stal worden gehaald.
- Geef het paard met een ingeefspuit 0,45 ml/kg lichaamsgewicht Karo light siroop (VDGEB089; te bestellen in de GD webshop), of laat de eigenaar dit doen indien dit betrouwbaar is.
- Prik op 75 minuten na het ingeven van de siroop twee bloedmonsters (1x heparinebuis en 1x NaF buis) voor het bepalen van de glucose- en insulinewaarde.
- De interpretatie van de uitslag is in dit geval als volgt:
Insuline waarde > 63 mU/L: uitslag wijst op insulinedysregulatie.
Glucosewaarde ≤ 4,5 mmol/L: mogelijk heeft het paard de toegediende suikeroplossing niet (volledig) binnengekregen of opgenomen.
- N.B.: Gezien de gegevens vanuit de literatuur en de bevindingen uit ons eigen onderzoek is dit een veilige procedure.
(Verzend)instructie en interpretatie van het OST-pakket
EMS-pakket
Het EMS-pakket (GD Pakket EMS (10287) bevat een basale insuline bepaling en aanvullende parameters. Dit pakket wordt al jaren gebruikt als makkelijk toe te passen eerste screening voor in de praktijk. Twee bloedmonsters (1x heparine en 1x NaF buis) die ’s ochtends zijn genomen, voordat het paard krachtvoer heeft gehad of de weide in is geweest volstaan. Paarden met een duidelijk verhoogde basale insulinewaarde (en eventueel glucosewaarde) in de uitslag van het EMS-pakket, hebben met grote zekerheid insulinedysregulatie.
De aanvullende parameters in het pakket (RISQI en HOMA-IR) woorden berekend op basis van de gemeten glucose- en insulinegehaltes. Deze maken het mogelijk om iets te zeggen over de mate van insulineresistentie.
- De RISQI zegt iets over de gevoeligheid van de cellen voor insuline. De RISQI waarde moet groter zijn dan 0,18. Een verlaagde RISQI waarde geeft aan dat de cellen verminderd gevoelig zijn voor insuline.
- De HOMA-IR is een maat voor de verhouding glucose/insuline: hoe hoger de HOMA-IR is, des te groter de kans dat er sprake is van insulineresistentie/dysregulatie. Een goed HOMA-IR waarde is lager dan 7,6. Ter illustratie: als bijvoorbeeld de insuline en glucosewaardes nog normaal zijn maar wel beiden tegen de bovengrens van het referentiegebied aan zitten, kan het zijn dat de HOMA-IR al wel te hoog is. Dit geeft dan aan dat er een verhoogd risico is dat zich insulineresistentie/dysregulatie aan het ontwikkelen is. Als zowel de insuline- als de glucosewaarden verhoogd zijn, is er inmiddels sprake van niet-gecompenseerde insulineresistentie.
- N.B.: De OST is echter weliswaar bewerkelijker, maar ook gevoeliger voor het aantonen van insulinedysregulatie dan het meten van de basale insulineconcentratie.
(Verzend)instructie en interpretatie van het EMS-pakket
Er is de laatste jaren veel onderzoek naar EMS en insulinedysregulatie gedaan. Hierdoor is de kennis over en ervaring met het testen van paarden met deze aandoening en de behandeling ervan enorm toegenomen. De ‘Equine Endocrinology Group’, een groep internationale experts heeft aanbevelingen opgesteld ten aanzien van de diagnostiek, interpretatie van testuitslagen en management van paarden met EMS. De aanpak hangt hierbij onder andere af van de symptomen en de anamnese van het te testen paard. Deze aanbevelingen zijn te vinden in onderstaande link.
Download hier de meest recente adviezen van de EEG ten aanzien van de diagnostiek en behandeling van EMS